Toegankelijk recht voor iedereen

Toegankelijk recht voor iedereen

(Wettelijke) waarborgen

Geschilbeslechting vindt plaats op basis van het Nederlands recht en het arbitragereglement.

Wettelijke regeling
Arbitrage is geregeld in de artikelen 1020 tot en met 1077 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Hierin wordt onder andere geregeld wanneer een scheidsgerecht bevoegd is en welke eisen worden gesteld aan het arbitraal geding en arbitraal vonnis.

Afdwingbaar arbitraal vonnis
Een beslissing (arbitraal vonnis) van de Stichting Arbitrage Rechtspraak Nederland (hierna St.AR) is bindend en moet worden nageleefd. Als een vonnis niet binnen redelijke tijd wordt nageleefd, kan een gerechtsdeurwaarder - na toestemming van de voorzieningenrechter - maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat een arbitraal vonnis alsnog wordt nageleefd. Hij kan bijvoorbeeld beslag leggen op loon of uitkering, roerende zaken, bankrekening en dergelijke.
De toestemming van de voorzieningenrechter heet een exequatur (letterlijk vertaald: het moet ten uitvoer worden gelegd). De kosten van een exequatur worden betaald aan de rechtbank en bedragen € 124,-. De kosten daarvoor zijn te verhalen op de in het ongelijk gestelde partij.

Beslissingen zijn nooit een automatisme
Ook bij verstek kijken onze arbiters goed naar een geschil. Zij wijzen een eis alleen toe als de eis hen niet onrechtmatig of ongegrond voor komt.

Ter vergelijking met de overheidsrechter:
In het buitenland (Duitsland, België, Oostenrijk) kijkt vaak geen enkele onafhankelijke derde naar een geschil als een vordering niet wordt betwist. De eis wordt dan altijd toegewezen. In Nederland is dat niet zo.

Oneens met een beslissing van St.AR?
Bent u het niet eens met een beslissing van St.AR, dan staan de volgende mogelijkheden open:
- bij St.AR: hoger beroep
- bij St.AR: herstel of aanvulling (bijv. bij een kennelijke fout)
- bij Gerechtshof: vernietiging (bijv. als St.AR in strijd met de wet heeft gehandeld)
- bij Gerechtshof: herroeping (bijv. als arbitraal vonnis was gebaseerd op fraude)

Geen appèlgrens
Hoger beroep is mogelijk zónder ondergrens hoogte vordering.

Ter vergelijking met de overheidsrechter: 
Bij de overheidsrechter is er voor hoger beroep een appèlgrens van € 1.750,-. In de praktijk is bij de overheidsrechtspraak hoger beroep vaan niet mogelijk, zodat de kantonrechter de enige feitenrechter is.

De herziene Arbitragewet

Op 1 januari 2015 is de herziene arbitragewet in werking getreden. Een van de doelen van de nieuwe wet is modernisering van de regels voor arbitrage. Lees verder

Uit het wetboek
FAQ

Kijk hier voor een overzicht met de meest gestelde vragen

Wat betekent dit?

Zoek het op in de verklarende woordenlijst